Het is een psychologisch gegeven: als mens hebben we een sterke neiging tot consistentie. Om bij dat wat we gezegd hebben te blijven. Daar hebben we baat bij, anders was het niet zo’n sterk patroon. Een consistente houding geeft ons een gevoel -en een uitstraling- van persoonlijke en intellectuele kracht (Cialdini).
Het ontslaat ons er gevoelsmatig van om tijd en energie te steken in hoe het nu eigenlijk zit. Want daar houden we niet van: moeite doen. Bovendien, stel dat we onze overtuiging zouden moeten bijstellen… daar gaan we al helemaal geen moeite voor doen!
Sterker nog, in plaats daarvan zijn we juist geneigd te zoeken naar bevestiging, naar gelijkgestemden. Het is immers veel comfortabeler in een bubbel. Dat is menselijk.
Okay. Maar stel nou dat het een keer gebeurt dat we ongelijk hebben, dat het net iets anders is dan we dachten. Wat dan? Ongemak. Gezichtsverlies? Schaamte?
Het goede nieuws is: dat kun je voorkomen. Door niet stellig of aanvallend te zijn. Moet je je dan op de vlakte houden? Ben je dan zo’n zacht eitje dat niet voor z’n mening durft uit te komen? Ben je dan zo dom dat je geen mening hebt? Waai je dan met alle winden mee?
Nee. Probeer dit eens. Maak duidelijk dat het expliciet om een mening gaat, liefst op een bepaald moment.
Bijvoorbeeld:
“zoals ik het nu zie ….”
“op dit moment lijkt het me dat …”
“momenteel denk ik …”
Het voorkomt dat je in een situatie belandt dat je voor je gevoel niet meer terug kunt. Je sorteert voor op een mogelijke way out, hoewel jij dat natuurlijk nooit nodig zal hebben ;-)
De mogelijkheid bestaat ook dat er dan minder heftig op je wordt gereageerd. Maar bovendien, het is op zich al gezond om jezelf te oefenen in ruimdenkendheid. Door altijd de mogelijkheid open te laten dat je ongelijk kunt hebben. Hoe ingewikkeld dat soms ook is. En hoe klein die kans ook is.
Maar goed, dat is hoe ik er tegenaan kijk. Op dit moment ;-)
